
De
geleidehond
Je kunt een geleidehond niet in een
dierenwinkel kopen of uit een dierenasiel halen. Zo`n hond kun je
alleen maar aanvragen bij de KNGF, het Koninklijke Nederlandse
Geleidehonden Fonds. Naast het KNGF zijn er ook andere
organisaties - zoals bijvoorbeeld die van Herman Jansen, Serge
Gaus en Ans Labeedie - die zich bezig houden met de training van
geleidehonden. De honden waarmee gewerkt wordt leren snel en zijn
gehoorzaam. Ze doen hun baasje graag een plezier en dat is precies
wat een blinde nodig heeft.
De KNGF kiest alleen honden uit die lief en
gezond zijn en goed zijn om een te fokken. Er worden vooral 3
rassen gebruikt: Labrador Retrievers, Duitse Herders en Golden
Retrievers.
Fokken is: zorgen dat er gezonde jongen dieren
geboren worden. Er zijn mannetjes en vrouwtjes honden, reuen en
teven. De jongen worden puppy's genoemd. De puppy's lijken vaak op
hun ouders en hebben ook dezelfde eigenschappen. Zoals:
betrouwbaarheid, willen helpen en niet snel bang zijn.
De fokhonden wonen eerst gewoon bij een gezin,
daar worden ook de puppy's geboren. Elke pup krijgt een naam. Deze
moet kort en duidelijk uit te spreken zijn. Alle pups uit
hetzelfde nest geboren krijgen een naam die begint met dezelfde
letter. De mensen die bij het KNGF werken, bedenken de namen. De
pasgeboren pups blijven bij hun moeder tot ze 7 weken oud zijn.
Dan gaan de puppy's naar hun pleeggezin.
Het
pleeggezin
Een pleeggezin is een gewoon gezin. De mensen
in dat gezin zorgen een tijd voor de pup, ze krijgen daarvoor geen
geld. In Nederland zijn er ongeveer 70 puppy-pleeggezinnen. De
honden moeten alles leren wat elke jonge hond moet weten,
gehoorzaam en goed gedrag, alleen poepen en plassen als de baas je
uitlaat, vriendelijk zijn voor mensen. Ook mogen ze niet schrikken
van gillende kinderen, toeterde auto's, de bus, trein en
vliegtuigen. Niet bang zijn voor onweer.
De mensen van het geleidefonds komen
regelmatig langs bij het pleeggezin. Ze willen zien hoe het met de
hond gaat en vertellen precies wat het hond het beste kan eten om
een gezonde sterke hond te worden. Het pleeggezin moet ook alles
opschrijven over de hond, zodat het KNGF alles precies kan
bijhouden. Als de hond 14 maanden oud is moet hij naar de school
voor geleidehonden. Het pleeggezin moet dan afscheid nemen van de
hond.
Leren op
school

Voordat een hond naar de
blindengeleidehondenschool mag, moet hij eerst gekeurd worden. Hij
mag geen problemen hebben met zijn heupen en poten, en ook gehoor
moet goed zijn. Achter de school is een oefenterrein. Het lijkt op
een normale straat, maar deze is speciaal aangelegd voor de
blindengeleidehondenschool. Op het plein zijn dingen te zien die
je op een gewone weg ook ziet, zoals stoepen, bankjes,
bloembakken, telefooncel en nog veel meer dingen. Ook lopen er
allemaal dieren los zoals eenden, poezen , katten en schapen. De
instructeur begint hier met de hond te oefenen.
Eerst moet hij leren waar hij moet lopen. Elke
dag worden de oefeningen herhaald totdat de hond weet hoe hij het
moet doen. De oefeningen duren eerst kort, maar daarna duurt het
steeds langer, zolang dat de hond het wel een paar uur achter
elkaar kan volhouden. Dit moet hij later ook kunnen. Al snel gaar
de hond ook op andere plaatsen oefenen bijvoorbeeld in een
woonwijk en op de markt. Hij leert ook om bij elke stoeprand te
stoppen, dat weet zijn baas later dat hij op moet letten. Zo
struikelt hij niet en de hond leert ook om recht over te steken.
De blinde baas luistert zelf ook wanneer hij over kan
steken.
De hond leert ook commando's, bijvoorbeeld:
Vooraan - links - rechts - zoek de zebra - zoek plaats. Sommige
mensen denken dat een hond Nederlands kan verstaan, maar dat is
niet zo. Hij weet niet wat rechts is, maar hij weet wel dat hij
moet doen bij het woord rechts, dat hij die kant op moet. De
instructeur leert de hond om een hindernis heen te lopen,
bijvoorbeeld een bloembak. Er moet dan ongeveer 1 meter ruimte
tussen zijn zodat ze er makkelijk langs kunnen lopen. Hij leert
ook om op te letten op zonneschermen en laaghangende takken,
niemand wil namelijk graag zijn hoofd stoten. De instructeur wijst
de hond er op en zegt telkens: Let op (en loopt er dan om heen).
Steeds maar weer worden deze oefeningen herhaald totdat de hond
het weet. Ook leer de hond om commando's te weigeren als ze
gevaarlijk zijn, want hij mag nooit zijn baas in gevaar brengen.
Leren in de
stad
De hond kent nu al veel commando's. Hij maakt
bijna geen fouten meer. Elke dag gaat de instructeur met de hond
op stap. De instructeur leert de hond om precies bij de deurknop
te stoppen, de hond heft dan zijn kop naar de deurknop en de
blinde voelt dan aan de beugel waar de knop zit. Bij het commando
"zoek plaats", leert de hond een lege plaats te zoeken in b.v de
bus of tram. Ook leert de hond om te lopen als er een omgevallen
fiets op de stoep ligt.
Als ze dit alles goed kennen gaan ze het in de
grote stad oefenen. Er is daar veel verkeer en er zijn veel mensen
op straat. De hond heeft geleerd: een tuig aan betekent; werken
voor mijn baas. Hij laat zich nergens door afleiden. Als het tuig
uit gaat mag hij spelen, hij draagt dan alleen een halsband. Na
ongeveer een half jaar oefenen krijgt de hond een blinde baas. Elk
jaar komen er ongeveer 50 blindengeleidehonden bij.
Welke
baas
Als je een geleidehond aanvraagt moet je
volwassen zijn en niet bang zijn voor honden. Ook moet je goed
kunnen lopen. Een blinde die niet goed kan lopen kan de hond
namelijk ook geen 4 keer per dag uitlaten. Een blinde moet zelf
goed de weg in de omgeving kennen. Hij moet weten: in mijn straat
eerst rechts en dan links als hij bijvoorbeeld naar het
postkantoor wil.
Als je een hond aanvraagt gaan de mensen van
de blindengeleidehonden-school eerst met je praten. Waarvoor je de
hond precies wilt gebruiken .
Een geleidehond
lenen
Geleidehonden zijn erg duur, dat komt omdat
het rashonden zijn en fokken kost geld. Ze moeten goed voer hebben
en regelmatig naar de dierenarts, dat is ook niet gratis. Ze
moeten ook een lange tijd leren voordat ze bij een blinde gaan
werken. De instructeur verdient geld met dit beroep en dat maakt
de hond erg duur. Gelukkig hoef je de hond niet te kopen maar kan
je hem lenen en pas als de hond te oud is geworden en zijn werk
niet meer kan doen, gaat hij weg.
Het KNGF heeft een contract gemaakt ( een
soort afspraak), daarin staat dat je de hond goed moet verzorgen
en ze blinde moet zijn handtekening eronder
zetten.